Chileense trots - Carmenère



De Carmenère is een bijzonder druifras, hij is namelijk herontdekt in Chili. Deze druifsoort groeide eerst in de Bordeax tot rond 1870. Op dat moment brak bladluis Phyllorexa uit en  was hij bijna helemaal verdwenen. Phyllorexa was een luizen ziekte die bijna de gehele wijnbouw op zijn kop zette. Deze ziekte was zo hardnekkig dat bijna de totale wijnbouw was verdwenen. Echter met klonen uit andere landen buiten Europa konden boeren de wijn stokken klonen. Daarom mochten we ook van geluk spreken dat er rond 1850 druivenstokken naar Chili geexporteerd waren en kon Chili aan de slag met deze druifsoort. 


Chili is een ideal land om deze druif te verbouwen. Het klimaat is er erg warm en niet te vochtig. De carmenère is namelijk ook erg gevoelig voor schimmelziektes. Omdat er via het Andes gebergte water door riviertjes naar de zee stromen is irrigeren bijna niet noodzakelijk. Chili heeft een warm klimaat waardoor er niet veel vocht is.

De Carmenère heeft zijn naam te danken aan zijn bladeren, hij stamt af van Carmin (of wel Karmijn) wat voor rood staat. De bladeren van de druif kleuren in de herfst namelijk erg mooi rood.

De Carmenère levert donker rode wijnen op en lijkt erg op een Merlot, echter is de wijn kruidiger en smaakt het echt naar pruimen. Hierdoor kan hij ook weer fruitiger lijken dan bijvoorbeeld een Merlot. Door deze kruidige maar ook fruitige afdronk is hij echt perfect te combineren met lamsvlees, rood vlees maar ook volle romige en schimmelkazen.





                                    When in Paris: Restaurant Fuxia 17e arrondisement Des Batignolles


Reacties

Populaire posts